Diabetes en uw gebit

Aandoeningen aan het gebit en infecties aan het tandvlees zijn veel voorkomende problemen bij mensen met diabetes, zoals gingivitis (ontstoken tandvlees), parodontitis (vergevorderde tandvleesontsteking), cariës (gaatjes), spruw (schimmelinfectie) en xerostomie (droge mond). Zie ook tandinfo

Oorzaken van mondproblemen bij mensen met diabetes

  • Speeksel is de natuurlijke bescherming van de mond en heeft een reinigende werking. Het speeksel beperkt de groei van bacteriën die cariës en tandvleesontstekingen veroorzaken.
  • Hogere bloedglucosewaarden zorgen voor een tekort aan speeksel.
  • Hoge bloedglucosewaarden tasten de bloedvaatjes van het tandvlees aan waardoor het weefsel minder bloed ontvangt.
  • Hogere bloedglucosewaarden in het speeksel trekken meer bacteriën, schimmels en gisten aan.
  • De kans op infecties bij mensen met diabetes is groter omdat de afweerreactie minder goed kan zijn.

Belangrijk om te weten

  • Bij ontstekingen is de behoefte aan insuline groter waardoor er een groter risico is op verhoogde bloedglucosewaarden.
  • Als gevolg van diabetes kan de doorbloeding verminderd zijn waardoor de genezing langer duurt.
  • Bij pijn in de mond bestaat de mogelijkheid dat u minder gaat eten of vloeibare voeding gaat gebruiken, wat van invloed kan zijn op uw bloedglucosewaarden. Controleer daarom uw bloedglucosewaarden goed en regelmatig.
  • Het kan zijn dat u na een behandeling van gebit of tandvlees een tijd niet mag/kan eten of drinken. Hierdoor kan een te lage bloedglucosewaarde (hypo) ontstaan. Het is daarom verstandig hier vooraf rekening mee te houden.
  • Als uw bloedglucosewaarden niet goed zijn, stel dan dringende behandelingen aan gebit of tandvlees niet uit. Indien u twijfelt, kan uw behandelaar overleggen met uw tandarts.

Tandvleesproblemen voorkomen

Gebits- en tandvleesproblemen zijn goed te voorkomen. Probeer zo min mogelijk tandplak en tandsteen te laten ontstaan. Zo houdt u uw gebit en tandvlees gezond:

  • Vertel uw tandarts dat u diabetes heeft.
  • Zorg voor goede bloedglucosewaarden.
  • Bezoek minimaal twee keer per jaar de tandarts.
  • Poets tweemaal daags circa twee minuten uw tanden en kiezen, tandvlees en tong met een zachte (elektrische) tandenborstel.
  • Het beste kunt u voor het eten of een half uur na het eten uw tanden en kiezen poetsen. Tot een half uur na de maaltijd bevinden zich zuren in de mond, die door direct poetsen na de maaltijd, zorgen voor een snellere slijtage van het glazuur op de tanden (tanderosie).
  • Gebruik een tandpasta met fluoride.
  • Gebruik dagelijks na iedere maaltijd floss, een tandenstoker en/of een rager. Spoel de mond goed na.
  • Spoelen met mondwater is bedoeld als extra aanvulling op het tandenpoetsen en tandenstoken. Mondwater zonder alcohol heeft de voorkeur, omdat alcohol de mond uitdroogt en hierdoor juist tandplak veroorzaakt.
  • Wanneer u een (gedeeltelijk) kunstgebit heeft is het belangrijk deze ook goed te reinigen.
  • Eet geen voedsel dat veel suikers bevat.
  • Stop met roken.
  • Vervang vier keer per jaar uw tandenborstel.

Bron: Boeren Medical B.V.